mûr
Niet te verwarren met: mur |
Frans
Woordherkomst en -opbouw
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /myʁ/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | mûr | mûrs |
vrouwelijk | mûre | mûres |
Bijvoeglijk naamwoord
mûr (orthographe traditionnelle, spelling vóór 1990)
- rijp
- (spreektaal) kachel, zat
- «Vers la fin de cette teuf, Cynthia était complètement mûre.»
- Tegen het einde van dat feest was Cynthia ladderzat. [2]
- «Vers la fin de cette teuf, Cynthia était complètement mûre.»
- (spreektaal) versleten [2]
Gelijkklinkende woorden
Schrijfwijzen
- mur (orthographe rectifiée, spelling ná 1990)
Verwijzingen
Friulisch
Zelfstandig naamwoord
mûr
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.