maçon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maçon    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·çon
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord maçon maçons
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demaçonm

  1. (filosofie) lid van een vrijmetselaarsorde die zich o.a. bezig houdt met vrijmetselarij
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord maçon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.