maffer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maffer    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɑfər/
Woordafbreking
  • maf·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maffer maffers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demafferm

  1. iemand die maft (slaapt) [2]
  2. (scheldwoord) iemand die niet meedoet (aan een staking o.i.d.) [3]
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

maffer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van maf

Gangbaarheid

  • Het woord maffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.