malafide

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  malafide    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·la·fi·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘te kwader trouw’ voor het eerst aangetroffen in 1805 [1]
  • van het Latijnse mala fide (kwade trouw, trouweloos, kwaadaardig) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen malafidemalafidermalafiedst
verbogen malafideremalafiedste
partitief malafidesmalafiders-

Bijvoeglijk naamwoord

malafide [3]

  1. (vooral van zakenlieden:) onbetrouwbaar, te kwader trouw
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord malafide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.