maltezer

Niet te verwarren met: Maltezer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  maltezer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mal·te·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maltezer maltezers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demaltezerm [1]

  1. soort schoothondje
     Op haar schoot, op haar schortje, ligt Bijou, het kleine witte Maltezer hondje, dat eigenlijk aan mama behoort maar waarvoor mama nooit aandacht heeft.[2]
     Als alle voorname dames in het leger bezit Anna een Maltezer leeuwtje als schoothond en een kanarievogel in een vergulde kooi en ook zij heeft een van die kostbare kasjmieren sjaals verworven, die zo moeilijk te krijgen en daarom „haute mode" zijn.[2]


Synoniemen
  • Maltezer leeuwtje

Gangbaarheid

  • Het woord maltezer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 1 2
    Johanna van Ammers-Küller
    “Tavelinck-trilogie” (1970), Strengholt, ISBN 9060101723
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.