mamo

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mamo    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ma·mo
enkelvoud meervoud
naamwoord mamo mamo's
verkleinwoord mamootje mamootjes

Zelfstandig naamwoord

mamo

  1. (zangvogels) Drepanis pacifica  een uitgestorven zangvogel uit de familie Fringillidae  (vinkachtigen). Deze soort was endemisch op Hawaï. Het laatste exemplaar werd waargenomen in 1898
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'mamo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.