zangvogel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zangvogel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɑŋvoɣəl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zang·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zangvogel zangvogels
verkleinwoord zangvogeltje zangvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

dezangvogelm

  1. (dierkunde) vogel behorende tot de talrijke orde Passeriformes 
    • Mussen, nachtegalen en raven zijn zangvogels. 
Hyponiemen
  • zie de categorie: Zangvogels in het Nederlands

Gangbaarheid

  • Het woord zangvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.