manege

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  manege    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·ne·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘paardrijschool’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1760 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord manege maneges
verkleinwoord manegetje manegetjes

Zelfstandig naamwoord

demanegev/m

  1. een bedrijf waar paarden worden gehouden en waar rijlessen worden gegeven
    • Deze manege werd gerund door vrijwilligers. 

Gangbaarheid

  • Het woord manege staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.