manie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  manie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·nie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hartstochtelijke bezetenheid, obsessie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord manie manieën
manies
verkleinwoord manietje manietjes

Zelfstandig naamwoord

demaniev

  1. (medisch) ziekelijke neiging (opgewonden psychische toestand)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord manie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.