materialiseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  materialiseren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ma·te·ri·a·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse matérialiser (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
materialiseren
materialiseerde
gematerialiseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

materialiseren [2]

  1. wederkerend zich ~: veranderen in een stoffelijke gedaante
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord materialiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.