mauve

Nederlands

 
1. mauve
Uitspraak
  • Geluid:  mauve    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmovə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mau·ve
Woordherkomst en -opbouw
  • bn: van Frans  mauve bn , in de betekenis van ‘zacht paars’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1] [2] [3]
  • zn: zelfstandig gebruik van  mauve bn  [4]
stellend
onverbogen mauve
verbogen
partitief mauves

Bijvoeglijk naamwoord

mauve

  1. zacht paars
Afgeleide begrippen
  • mauveïne
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord mauve -
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

hetmauveo

  1. (kleur) zacht paars

Gangbaarheid

  • Het woord mauve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.