mec
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /mɛk/
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
mec m
- (spreektaal) vent, man, kerel
- «Il a du toupet, c’mec.»
- Die gozer heeft wél lef zeg.
- «Dommage qu'en boîte il y ait quatre fois plus de mecs que de gonzesses.»
- Jammer dat er in de disco vier keer meer kerels dan wijven zijn. [2]
- «Il a du toupet, c’mec.»
- (spreektaal) vaste vriend, man (echtgenoot)
- «Sabine nous a présenté son mec.»
- Sabine heeft ons haar vriend voorgesteld. [2]
- «Sabine nous a présenté son mec.»
Verwijzingen
- ↑ Henriette Walter“Le français dans tous les sens, préface d'André Martinet” (1988), Robert Laffont, Parijs, ISBN 2253140015
- 1 2 Wouw, Berry van de, Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 131
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.