meerdaags

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meerdaags    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • meer·daags
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen meerdaags
verbogen meerdaagse
partitief meerdaags

Bijvoeglijk naamwoord

meerdaags [1]

  1. meer dan één dag durend

Gangbaarheid

  • Het woord meerdaags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.