meerijden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meerijden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mee·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meerijden
reed mee
meegereden
klasse 1 volledig

Werkwoord

meerijden

  1. ergatief als passagier in een voertuig vervoerd worden
    • Hij was een stuk meegereden, maar vroeg op de hoek van de straat uit te kunnen stappen. 

Gangbaarheid

  • Het woord meerijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.