meervoudigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meervoudigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • meer·vou·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meervoudigheid meervoudigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demeervoudigheidv

  1. het bestaan uit meerdere elementen; de mate waarin iets of iemand uit meerdere elementen bestaat
     De hypothese komt voort uit een rigide samengestelde canon; met andere woorden, er is geen aandacht voor de meervoudigheid van collectief herinneren.[1]
     Het Ene zou geen opdeling, meervoudigheid of onderscheid bevatten -een goddelijke, onbegrensde oneindigheid dus.[2]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord meervoudigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Babette Hellemans
    “Cultuur” (2014), Amsterdam University Press , ISBN 9789089646040
  2. Antonio Padilla
    “Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026353512
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.