meestribbelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meestribbelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmestrɪbələ(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mee·strib·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meestribbelen
stribbelde mee
meegestribbeld
zwak -d volledig

Werkwoord

meestribbelen

  1. mensen die met je mee praten en doen alsof ze met je meewerken, maar onderwijl de boel frustreren, tegenwerken en niets doen
    • Mensen die meestribbelen bedenken waarom iets niet kan, maar nooit vertellen ze wat er dan wel kan. 
     Sterk was het stukje over het woord ‘meestribbelen’, doen alsof je meewerkt, terwijl je eigenlijk de boel frustreert.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord meestribbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Ton den Boon
    “meestribbelen” (17 februari 2016) op taalbank.nl
  2. Weblink bron Gearchiveerde versie
    Ron Rijghard
    “Als gevatte commentator klonk Pieter Derks in zijn conference alle zin en onzin van 2024 soepel aan elkaar” (1 januari 2025) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.