meewerken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meewerken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mee·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meewerken
werkte mee
meegewerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

meewerken

  1. inergatief deelnemen aan een bepaald werk
    • Hij had daar niet aan meegewerkt. 
  2. inergatief geen weerstand bieden, gevolgzaam zijn
    • Je moet niet verwachten dat hij mee zal werken. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meewerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.