megafoon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  megafoon    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌmeɣaˈfon/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • me·ga·foon
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels megaphone, in de betekenis van ‘versterkende geluidstrechter’ aangetroffen vanaf 1878 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud meervoud
naamwoord megafoon megafoons
(megafonen)
verkleinwoord megafoontje megafoontjes

Zelfstandig naamwoord

demegafoonm

  1. grote geluidstrechter om de menselijke stem te versterken, tegenwoordig vaak met elektronische versterking
     „Allemaal stemmen 21 maart!”, schreeuwt Siep door de megafoon.[1]
      Edison heeft met den megaphoon reeds zeer verrassende proeven verricht en geeft de volgende eenvoudige aanwijzingen voor het gebruik van het instrument.[2]
Schrijfwijzen
  • megaphoon (officiële spelling tot 1955)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord megafoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Charlotte Bouwman
    “Stemmen jagen met megafoon en powerbank” (9 maart 2018) op nrc.nl
  2. Weblink bron Gemengde berichten : Weer eene uitvinding van Edison! in: Middelburgsche Courant, jrg. 121 nr. 151 (29 juni 1878), p. 3 kol. 1
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.