menger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  menger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • men·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van mengen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord menger mengers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demengerm [2]

  1. iemand die mengt
  2. apparaat waarmee men kan mengen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord menger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.