merkel

Niet te verwarren met: Merkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  merkel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛrkəl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • mer·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord merkel merkels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demerkelm

  1. (scheepvaart) balk of staaf die ter ondersteuning van een luik dwars over de luikopening wordt gelegd
     Een merkel is een dwarsscheepse balk waar een luik op rust.[3]
  2. (scheepvaart) hoepel voor het drogen van zeilen

Gangbaarheid

  • Het woord merkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
27 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. merkel op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron “Merkel: een dwarsscheepse balk waarop de luiken van een ruim rusten.” op FriesScheepvaartMuseum.nl
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.