merkel
Niet te verwarren met: Merkel |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: merkel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɛrkəl / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- mer·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | merkel | merkels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de merkel m
- (scheepvaart) balk of staaf die ter ondersteuning van een luik dwars over de luikopening wordt gelegd
- ▸ Een merkel is een dwarsscheepse balk waar een luik op rust.[3]
- (scheepvaart) hoepel voor het drogen van zeilen
Gangbaarheid
- Het woord merkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "merkel" herkend door:
27 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ merkel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Merkel: een dwarsscheepse balk waarop de luiken van een ruim rusten.” op FriesScheepvaartMuseum.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.