messenger

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  messenger (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɛs.n̩.d͡ʒɚ/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
messenger messengers

Zelfstandig naamwoord

messenger

  1. (persoon) boodschapper, bode, koerier
vervoeging
onbepaalde wijs to  messenger 
he/she/it  messengers 
verleden tijd  messengered 
voltooid
deelwoord
 messengered 
onvoltooid
deelwoord
 messengering 
gebiedende wijs  messenger 

Werkwoord

messenger

  1. overgankelijk via een koerier versturen

Gangbaarheid

100 %van de Amerikanen;
99 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.