meug

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meug    (hulp, bestand)
  • IPA: /'møx/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • meug
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘trek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1421 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord meug
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demeugm

  1. lust, zin
    • Het kind vond het eten niet lekker, maar het at tegen heug en meug in om zijn moeder tevreden te stellen. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • tegen heug en meug
met veel weerzin

Gangbaarheid

  • Het woord meug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Limburgs

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

meug

  1. moe, vermoeid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.