mindering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mindering    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • min·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van minderen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord mindering minderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deminderingv

  1. afname, korting, kleiner worden in hoeveelheid
    • De reeds betaalde bedragen worden in mindering gebracht van het nog te betalen bedrag. 
    • PSV kreeg een mindering van competitiepunten in verband met de slechte financiële situatie. 

Gangbaarheid

  • Het woord mindering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.