minimalist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  minimalist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mi·ni·ma·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord minimalist minimalisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deminimalistm

  1. beoefenaar van het minimalisme
  2. iemand die niet meer doet dan het allernoodzakelijkste, die de kantjes eraf loopt
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord minimalist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.