minitrip

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  minitrip    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mi·ni·trip
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van (het oorspronkelijk Engelse) trip met het voorvoegsel mini-
enkelvoud meervoud
naamwoord minitrip minitrips
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deminitripm

  1. korte vakantiereis

Gangbaarheid

  • Het woord minitrip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.