misandrie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: misandrie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌmizɑnˈdri / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- mi·san·drie
Woordherkomst en -opbouw
- via Frans misandrie van Oudgrieks μισανδρία (misandría), in de betekenis ‘vrouwenhaat’ aangetroffen vanaf 1824 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | misandrie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de misandrie v
- haat tegen mannen, diepe afkeer van mannen
- ▸ Vanuit het perspectief van de man worden onderwerpen als het feminisme en misandrie aan de kaak gesteld.[3]
Synoniemen
- mannenhaat
Antoniemen
Verwante begrippen
- manbashing, mannenschuwheid, misantroop, androfobie
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord misandrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "misandrie" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ misandrie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron P. Weiland“Kunstwoordenboek, of verklaring van allerhande vreemde woorden, benamingen, gezegden en spreekwijzen, die, uit verscheidene talen ontleend, in de zamenleving en in geschriften, betreffende alle vakken van kunsten, wetenschappen en geleerdheid, voorkomen.” (1824), Wed. J. Allart, 's-Gravenhage, p. 233 kol. 2
- ↑ Weblink bron Rosan Hollak“De man neemt het niet meer, hij wordt weer beest” (15 september 2011) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.