misser

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  misser    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mis·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van missen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord misser missers
verkleinwoord missertje missertjes

Zelfstandig naamwoord

demisserm

  1. blunder
  2. (sport) gemiste kans
Hyponiemen
  • near-misser

Bijvoeglijk naamwoord

misser

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van mis
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord misser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.