modulator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  modulator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mo·du·la·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord modulator modulatoren
modulators
verkleinwoord modulatortje modulatortjes

Zelfstandig naamwoord

demodulatorm

  1. (elektronica) (informatica) apparaat voor het moduleren van een informatiesignaal op een draaggolf
  2. (medisch) plaatselijke stop in de weefsels
Antoniemen
Hyponiemen
  • amplitudemodulator, dubbelzijbandmodulator, fasemodulator, frequentiemodulator
Afgeleide begrippen
  • modulatorlamp, modulatortrap
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord modulator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.