molaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  molaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mo·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘maalkies’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1901 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord molaar molaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demolaarm

  1. (anatomie) kies met meer dan twee knobbels op de kroon, ware kies
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord molaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
27 %van de Nederlanders;
26 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.