morbiditeit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  morbiditeit    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɔrˌbidiˈtɛit/
Woordafbreking
  • mor·bi·di·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Engelse morbidity of het Franse morbidité met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud meervoud
naamwoord morbiditeit morbiditeiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demorbiditeitv

  1. (medisch) ziekelijkheid, vatbaarheid voor ziekten
  2. (medisch) het ziektecijfer, de mate waarin ziekten voorkomen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord morbiditeit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.