morgenvroeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  morgenvroeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mor·gen·vroeg
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

morgenvroeg

  1. in de eerste uren van de dag volgend op vandaag
    • Hij gaat morgenvroeg naar een conferentie. 

Gangbaarheid

  • Het woord morgenvroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.