multimedia

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  multimedia    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mul·ti·me·dia
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘techniek waarin beeld, geluid en tekst zijn geïntegreerd’ voor het eerst aangetroffen in 1990 [1]
  • afgeleid van media met het voorvoegsel multi- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord multimedia
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

demultimediav/m

  1. (informatica) meerdere informatiesoorten (zoals bijvoorbeeld tekst, geluid en beeld) opgeslagen op één opslagmedium
Afgeleide begrippen
  • multimediacomputer
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord multimedia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.