musket

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  musket    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mus·ket
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ouderwets geweer’ voor het eerst aangetroffen in 1584 [1]
  • Van het Oudfranse moschet
enkelvoud meervoud
naamwoord musket musketten
verkleinwoord musketje musketjes

Zelfstandig naamwoord

hetmusketo

  1. een oud wapen waarmee een soldaat vuurde
    • Voorbeeldzin met het musket erin. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord musket staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.