nabijheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nabijheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·bij·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nabijheid nabijheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denabijheidv

  1. het nabij-zijn
  2. directe omgeving
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • nabijheidspunt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nabijheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.