nameten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nameten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·me·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nameten
mat na
nagemeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

nameten [1]

  1. overgankelijk door meten controleren (van een reeds vermoed resultaat)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord nameten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.