narrig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  narrig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nar·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van narren met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen narrignarrigernarrigst
verbogen narrigenarrigerenarrigste
partitief narrigsnarrigers-

Bijvoeglijk naamwoord

narrig

  1. in een vervelende stemming zijn
    • De narrige oude man wilde niets geven aan de collectant. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord narrig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.