nascholing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nascholing    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·scho·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nascholing nascholingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denascholingv

  1. (onderwijs) onderwijs om het vroeger geleerde op te frissen en nieuwe ontwikkelingen bij te leren
Vertalingen
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord nascholing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.