nasluipen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nasluipen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·slui·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

nasluipen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nasluipen
sloop na
nageslopen
klasse 2 volledig
  1. heimelijk, onopgemerkt volgen
    • Na het verhoor bij Annas wordt hij naar Kajaphas gevoerd, terwijl twee der jongeren, Johannes en Petrus, den meester in de verte nasluipen. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'nasluipen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.