natalgraszanger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natalgraszanger    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • na·tal·gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natalgraszanger natalgraszangers
verkleinwoord natalgraszangertje natalgraszangertjes

Zelfstandig naamwoord

denatalgraszangerm

  1. (zangvogels) Cisticola natalensis  een vogel uit de familie Cisticolidae , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt wijdverspreid voor in Afrika en telt 8 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'natalgraszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.