natuurbeheerder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natuurbeheerder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·tuur·be·heer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurbeheerder natuurbeheerders
verkleinwoord natuurbeheerdertje natuurbeheerdertjes

Zelfstandig naamwoord

denatuurbeheerderm

  1. (beroep) de beheerder van een bos, heidegebied of ander stuk natuur.
    • De natuurbeheerder maakte de bezoekers bewust van de rijkdom van het leven dat er in de natuur voorkomt. 
  2. een natuurorganisatie
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord natuurbeheerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.