natuurgenezer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natuurgenezer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • na·tuur·ge·ne·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurgenezer natuurgenezers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denatuurgenezerm

  1. (beroep) iemand die geneeswijzen toepast, waarbij patiënten behandeld worden op een wijze die, naar zijn zeggen, een bepaalde notie van 'natuurlijkheid' inhoudt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord natuurgenezer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.