neerbuigendheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: neerbuigendheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- neer·bui·gend·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van neerbuigend met het achtervoegsel -heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | neerbuigendheid | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de neerbuigendheid v
- het iemand schijnbaar beleefd behandelen maar waarbij men toch ook duidelijk laat merken dat men die persoon minderwaardig vindt
- ▸ Theo's afkeer van zijn stiefmoeder was tastbaar en de oude mevrouw Blake behandelde Beatrice met minzame neerbuigendheid.[1]
- ▸ Er zullen ongetwijfeld cynische commentaren over het spelniveau in de kranten verschijnen, daar moet niemand zich iets van aantrekken. Laten we deze mijlpaal vieren, en wat mij betreft mag de man Houtkamp, nee, mogen alle mannen vrouwenvoetbal verslaan, zonder dedain en neerbuigendheid.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord neerbuigendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Main, Sarah“Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers , ISBN 9789044974515
- ↑ Weblink bron “'Een vrouwtje meer', kun je dat zeggen zonder van seksisme beticht te worden?” (17-07-2017), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.