netto-inkomen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: netto-inkomen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- net·to-in·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van netto en inkomen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netto-inkomen | netto-inkomens |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het netto-inkomen o
- (economie) inkomen dat overblijft na aftrek van alle (loon)kosten van het bruto-inkomen (belastingen, sociale premies, ziektekostenpremies etc.)
Gangbaarheid
- Het woord netto-inkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.