netto-inkomen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  netto-inkomen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • net·to-in·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netto-inkomen netto-inkomens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetnetto-inkomeno

  1. (economie) inkomen dat overblijft na aftrek van alle (loon)kosten van het bruto-inkomen (belastingen, sociale premies, ziektekostenpremies etc.)

Gangbaarheid

  • Het woord netto-inkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.