neuswijs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  neuswijs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • neus·wijs
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen neuswijsneuswijzerneuswijst
verbogen neuswijzeneuswijzereneuswijste
partitief neuswijsneuswijzers-

Bijvoeglijk naamwoord

neuswijs [2]

  1. eigenwijs, betweterig
  2. een goede neus hebbend
Afgeleide begrippen
  • neuswijsheid

Gangbaarheid

  • Het woord neuswijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.