neuswijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: neuswijs (hulp, bestand)
Woordafbreking
- neus·wijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van neus en wijs [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | neuswijs | neuswijzer | neuswijst |
verbogen | neuswijze | neuswijzere | neuswijste |
partitief | neuswijs | neuswijzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
neuswijs [2]
- eigenwijs, betweterig
- een goede neus hebbend
Afgeleide begrippen
- neuswijsheid
Gangbaarheid
- Het woord neuswijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.