niais

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /njÉ›/
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Ontwikkeld uit Volkslatijn nidax, afgeleid van nidus "nest"

Bijvoeglijk naamwoord

[A] niais

  1. (dierkunde) (verouderd) met betrekking tot een broedende valk in zijn nest
  1. (spreektaal) onnozel, dom, simpel (van geest)
  2. (spreektaal) stompzinnig, vol van domheden

Werkwoord

[B]

vervoeging van
nier

niais

  1. eerste en tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (indicatif imparfait) van nier
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.