niemendalletje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  niemendalletje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nie·men·dal·le·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord niemendalletje niemendalletjes

Zelfstandig naamwoord

hetniemendalletjeo dim. tant.

  1. een weinig verhullend kledingstuk
    • Zij droeg een niemendalletje. 
  2. een nietszeggend romannetje, toneelstuk, enzovoort
    • Het niemendalletje was niet wat we ervan verwacht hadden. 

Gangbaarheid

  • Het woord niemendalletje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.