nies

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nies    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nies
enkelvoud meervoud
naamwoord nies niesen
verkleinwoord niesje niesjes

Zelfstandig naamwoord

deniesm

  1. een plotselinge, krachtige uitademing om de neus te reinigen van prikkelende stoffen
    • Het de nies kwamen verschillende niesdruppeltjes naar buiten. 
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
niesen

nies

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niesen
    • Ik nies. 
  2. gebiedende wijs van niesen
    • Nies! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niesen
    • Nies je? 

Werkwoord

vervoeging van
niezen

nies

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niezen
    • Ik nies. 
  2. gebiedende wijs van niezen
    • Nies! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van niezen
    • Nies je? 

Gangbaarheid

  • Het woord nies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Frans

Werkwoord

vervoeging van
nier

nies

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van nier
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van nier
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.