niet-noodzakelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: niet-noodzakelijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnitnotˌsakələk / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- niet-nood·za·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van niet bw en noodzakelijk bn , gespeld met een koppelteken volgens spellingregel 6.I
stellend | |
---|---|
onverbogen | niet-noodzakelijk |
verbogen | niet-noodzakelijke |
partitief | niet-noodzakelijks |
Bijvoeglijk naamwoord
niet-noodzakelijk
- zonder dwingende reden, zonder dwingende reden gebruikt
Opmerkingen
- Deze vorm kan worden gebruikt om aan te geven dat het ontbreken van de noodzaak als een zelfstandig kenmerk wordt gezien; gewoonlijk is de juiste schrijfwijze met een spatie (en hoort het dus niet noodzakelijk koppelteken achterwege te blijven).
Gangbaarheid
- Het woord 'niet-noodzakelijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Kim Bos & Floor Rusman“Al die ruimte om zelf te beslissen leidt maar tot verwarring” (13 maart 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Dierenbescherming geciteerd door Claartje van Andel“'Iedere ruiter heeft weleens een paard geslagen'” (20 juli 1990) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.