nimmermeer


Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nimmermeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nim·mer·meer
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

nimmermeer [1]

  1. geen enkele keer; nooit meer
     Mijn schild ende betrouwen
    zijt Gij, o God mijn Heer,
    op U zo wil ik bouwen,
    Verlaat mij nimmermeer.
    [2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nimmermeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “27 april moeten we allemaal tegelijk het Wilhelmus zingen” (09 apr. 2020), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.