nomineren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nomineren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌnomiˈnerə(n)/ (4 lettergrepen)
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
nominerengenomineerd
nominatie
Woordafbreking
  • no·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nomineren
nomineerde
genomineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

nomineren

  1. overgankelijk noemen, benoemen (voor een functie)
  2. overgankelijk iemand aanwijzen als kandidaat via een selectieprocedure
    • Na de voorverkiezingen werden McCain en Obama genomineerd als kandidaten voor het presidentschap. 
  3. overgankelijk iemand aanwijzen als kandidaat om weggestemd of verwijderd te worden
    • Eens in de zoveel tijd moesten de bewoners van het Big Brother huis elk twee andere bewoners nomineren. Hierna konden de kijkers steeds stemmen welke van de twee meest genomineerde personen er echt weg moest. [1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nomineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.